Volgens de inventaris voor de openbare verkoop horen bij de
boerderij op de Bleumerweg 49: 26 koeien, 8 pinken, 1 stier, 6 kalveren, 7
paarden, 65 schapen, 30 lammeren 1 zeug met biggen, 3 vette varkens, 2 zeugen
en 30 kippen. Ook zijn er 161 kazen.
De boerderij wordt gekocht door Jacobus P. Kraakman,
advocaat en procureur, wonende te Alkmaar. De boerderij omvat het huis, de schuur
en het erf: 1190m2. In 1896 wordt er een schuur bijgebouwd.
De weduwe Wilhelmina Twisk-Kuijs blijft er wonen met haar
zonen. Na haar overlijden in 1898 blijft haar zoon Gerrit Twisk hier wonen. Hij
overlijdt in 1900.
In 1907 overlijdt eigenaar Jacobus P. Kraakman en gaat het
eigendom over op diens zoon Johan Jac. Kraakman, kandidaat in rechten.
Bleumerweg 49 in 1914. Het zandpad is de Bleumerweg. We kijken van oost naar west, dus met de spoorweg in de rug |
In 1930 branden de stallen naast de boerderij af. De familie Kraakman besluit de rest te slopen en een nieuwe boerderij te bouwen. De huidige langhuisstolp wordt gebouwd. De boerderij wordt Jacobs Hoeve genoemd, waarschijnlijk naar de eerste Jacobus Kraakman die in 1882 de boerderij kocht.
In 1946 wordt Jacobaus P.M. Kraakman, oomzegger van J.J.
Kraakman, de nieuwe eigenaar. Hij
woont zelf in Bakkum Noord op villa “De Doornduyn”.
In 1952 komt de zoon van Reinier Duijn, Johannes (Joh) Duijn
op de boerderij. Hij is getrouwd met Margaretha (Gre) Gijzen.
Hij koopt de boerderij in 1980, nadat Jacobus P.M. Kraakman kinderloos
is overleden in 1977. Joh koopt zijn boerderij van Kraakmans 34 nabestaanden. Vanaf
dat moment is de bewoner van de boerderij dus ook weer de eigenaar.
In 2009 overlijdt Joh Duijn, 5 jaar na zijn vrouw Gre Gijzen.
Van zijn erfgenamen, de dochters Ans en El Duijn kopen wij
eind 2011 de boerderij.
De toekomst van Jacobs Hoeve kan beginnen.